16 augustus 1811
Vrede geregt van het Canton Kampen, Departement van de Monden van den IJssel.
Den sestiende augustes agtien hondeterd elf.
Heden den sestiende Augustus agtien honderd en elf Compareerde voor ons Hendrik Koch, eerste Regter suppliant waarnemende de post van vrede regter van het Canton kampen Departement van de monder van den IJssel Egbert Dolfs, Landbouwer wonende op het Camper Eiland te kennen geverde, dat hij bij een Dagvaarding van den twaalfden Augustus dezes Jaars, behoorlijk geinjnueerd ter bevreding heeft geroepen Adam Blankscheen woonende buite de Veenepoort te Kampen, ter zaake van den Eisch welke hij anders voornemens is tegen den zelve te doen strekkende, dat de gedaagde Adam Blankscheen zal worden gecondemneerd tot betaling
1e. van een somma per resto van een geschoten Capitaal bedragende tweehondert twee en veertig gulden alh[ier] bij gedane afrekening in der jare 1810 gehouden en gebleken is den Requirant te competeeren,
2e. in de betaling van de interesten van die gelden van af der Eersten Meij agtienhondert en tien tot den dag de betaling.
Compareerende met den advolaat mr J. J. van Ingen, ter eenre En Adam Blankscheen wonende buiten de Veenepoort als bij dagvaarding Comparant in persoon ter andere zijde zeggende dat hij wel de geeischte som schuldig was, en ook gaan wilde betalen als hij het geld het geen hij van het Heilige Geesten Gasthuis te goede heeft ontvang, waarmede hij ook algehoopt had de schuld te hebben kunnen voldoen voorstaande om de geeischte schuld op den eersten October aan staande te voldoen met de kosten die op deeze zaak gevallen zijn en de renten.
Deeze voorslag zijnde aangenoomen, zijnde partijen bevredigd, en hebben deeze met onsen [..]sier onder tekend.
[handtekeningen]
JJ. Van Ingen
A. Blankscheen
Koch, eerste Regter Suppleant
Rambonnet, griffier
de handtekening van Egbert Dolfs ontbreekt.
Op heden den twaalfden Augustus des Jaars Agtienhonderd Elf heb ik Willem Stevens van Rhoden Provisioneel fungerend Deurwaarder bij het mede Geregt Canton Campen departement de monden van den IJssel wonende binnen Kampen op de oude straat wijk 3. No 87 ten versoeke van Egbert Dolfs Landbouwer wonende op het Camper Eiland op het Raas gedagvaard Adam Blankschein wonende bij de Veenepoort tusschen de pelle Molen en de het kerken hoofd om te Compareren op vrijdag den sestienden Augustus 1800 Elf voor het vrede Bureau van het Canton Kampen Departement de monden van den IJssel ter gewoner plaatse van desselvs te regt zittinge gehouden wordende op het huis der gemeente binnen kampen des morgens ten Elf uuren om waare het mogelijk met den Requirant zich te bevredigen met den eisch als welke hij voornemens is te doen Hebbende die Eisch ten onderwerp betaling.
1e. Eenen somma per resto van den geschoten Capitaal bedragende twee honderd twee en Veertig Guldens als welke bij gedane [..]rekening in den Jare 1810 gehouden gebleken is den Requirant te competeeren.
2e. betaling van de Jntresse van deze gelden van af den Eersten Meij 1810 tot den dag der betaling tot en ook die intrese [interest] van die Gelden als welke in de tusschen tijd zijn afbetaald op den 1 Mei 1800 Elf ter somma van twee honderd Guldens gerekend de intresse tegens vier procente.
Deze dagvaarding Gelaten aan de Woonplats van Adam Blankschere sprekende tegen hem zelver en Copie Gelaten.
W:S: Van Rhoden, Deurwaarder
In de dagvaarding wordt twee maal de naam van Adam fout geschreven. Het moet Blankscheen zijn. Tegenwoordig zou een dergelijke dagvaardig nietig worden verklaard. Maar Adam komt welk opdagen voor het Vredegerecht en neemt zijn verantwoordelijkheid. Overigens wordt in de dagvaarding nog een rente van 4% genoemd. Dat komt in de uitspraak niet terug.
bron akte: HCO Vredegerecht Kampen, 1811 - 1838. Inventarisnr 98, deel 2. Civiele en voluntaire zaken, blz 150 ev.
De akte is getranscribeerd met behulp van Transkribus. Minimaal verduidelijkingen in de tekst zijn aangebracht.